Mag ik mij even voorstellen: Ik ben Auke Mollema, al meer dan 25 jaar lid van onze vereniging en kom af en toe langs op de dinsdagavond. Samen met mijn vrouw en dochter woon ik in Dordrecht. Binnen onze brigade ben ik een van de vertrouwenscontactpersonen (VCP). In die rol ben ik het eerste aanspreekpunt voor iedereen die vragen, vermoedens, meldingen of klachten heeft met betrekking tot seksuele intimidatie of ander grensoverschrijdend gedrag (agressie, pesten, discriminatie, e.d.).


Mag ik mij voorstellen: Ik ben Lisette de Winter-Verkerk, afgelopen mei ben ik getrouwd met Sander de Winter bij de meeste van jullie wel een bekend lid. Tijdelijk hebben Sander en ik samen de penningmeestertaak opgepakt toen de nood erg hoog was. Dit hebben wij gedaan, omdat ik bij de studievereniging ervaring heb opgedaan met de penningmeestertaak en we de vereniging graag tijdelijk uit de brand wilden helpen. Bij de vereniging heb ik ook ervaring opgedaan als coach. In mijn werkende leven werk ik als arts in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Toen ik hoorde dat er gezocht werd naar een vrouwelijk vertrouwenspersoon had ik het gevoel dat ik de vereniging zou kunnen helpen vanuit mijn ervaringen als arts(met vertrouwelijke informatie omgaan) en hulp bieden.

Samen met Auke ben ik het eerste aanspreekpunt voor iedereen die vragen, vermoedens, meldingen of klachten heeft met betrekking tot seksuele intimidatie of ander grensoverschrijdend gedrag (agressie, pesten, discriminatie, e.d
Mochten er vertrouwensproblemen rondom Sander spelen dan zou ik je wel willen verwijzen naar Auke Mollema de andere vertrouwenspersoon.

Je kunt met één van ons contact opnemen. Voor beide geldt:
Als VCP luister ik goed naar je verhaal, en samen met jou bekijk ik hoe het probleem het best kan worden aangepakt. Als je het probleem daarna zelf kunt oplossen, prima; als je er hulp bij nodig hebt, bespreken we dat ook. We bekijken samen welke stappen je kunt nemen, of ik denk met je mee wie jou zou kunnen helpen. Het kan zijn dat je met de betreffende persoon in gesprek gaat, of met je instructeur of het bestuur. Ook kan ik je verwijzen naar een andere persoon of hulpverlener, of naar de VCP van de bond of van NOC*NSF. Bij een strafbaar feit wordt de politie betrokken.


Samen met het bestuur zet ik mij in voor een eerlijke en positieve cultuur binnen de brigade. Ik bied een luisterend oor, geef raad en verwijs door voor geschikte hulp. Daarnaast adviseer en stimuleer ik het bestuur om preventieve maatregelen te nemen.


Wanneer kun je terecht bij de VCP van de brigade?

De vragen die je hebt kunnen gaan over:
• Pesten en gepest worden.
• Het gevoel hebben dat je er door je huidskleur, geloof of seksuele voorkeur niet bij hoort.
• Grensoverschrijdend gedrag: de manier waarop je benaderd en/of aangeraakt wordt door een teamlid, instructeur of coach ervaar je als onprettig.
• Een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag: je denkt dat iemand in jouw directe omgeving hiermee te maken heeft.
• Je maakt je zorgen over de wijze waarop er met je kind wordt omgegaan binnen de brigade.
• Je vraagt je af of jouw gedrag als instructeur en/of coach verstandig is.
• Iemand heeft je direct of indirect beticht van ontoelaatbaar gedrag.

Voorkomen is beter dan genezen. Ik ben er ook voor vragen die kunnen spelen vóórdat er problemen zijn. Je kunt bij mij terecht met vragen die je niet makkelijk stelt of waarvan je bang bent dat er niet serieus op gereageerd gaat worden. Dit geldt voor alle leden, ouders van leden, instructeurs, vrijwilligers en bestuur. Daarbij: snel melden, erover praten en zorgen dat er (vroegtijdig) een einde gemaakt wordt aan een ongewenste situatie maakt dat deze niet verergert en ook herhaling kan zo voorkomen worden.

Hoe vertrouwelijk is de vertrouwenscontactpersoon? Het bestuur heeft de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van haar leden. Als VCP zal ik in alle gevallen dat ik kennis neem van een incident m.b.t. grensoverschrijdend gedrag dit geanonimiseerd met het bestuur moeten bespreken. Hierbij wordt de vertrouwelijkheid niet geschonden terwijl het bestuur kan beoordelen of en hoe zij moet handelen. Alleen wanneer het bestuur niet zonder nadere informatie kan handelen, zal zij mij om die informatie vragen, waardoor de vertrouwelijkheid (deels) wordt opgeheven. Dit gebeurt bijvoorbeeld als het bestuur oordeelt dat de veiligheid van één of meerdere leden in het geding is en/of wanneer er sprake is van een ernstig strafbaar feit.

Auke Mollema vcp.auke@rbhiambacht.nl

Lisette de Winter-Verkerk vcp.lisette@rbhiambacht.nl